Statuten van Stichting Nihon Ki-in European Go Cultural Centre

Statuten van Stichting Nihon Ki-in European Go Cultural Centre.
Zoals opgesteld bij de oprichting op 11 oktober 1991 door notaris J.H.J.M. Hamans te Amsterdam.

NAAM, ZETEL EN DUUR

Artikel 1.

1. De stichting is genaamd: Stichting Nihon Ki-in European Go Cultural Centre. Zij heeft haar zetel in de gemeente Amstelveen.
2. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.

DOEL

Artikel 2.

1. de stichting heeft ten doel:
a. het verspreiden van het Go spel binnen Europa;
b. het bevorderen van goede betrekkingen tussen Go spelers in Japan en Europa;
c. het vestigen en in stand houden van een onafhankelijk Europees Go Centrum;
d. het creëren en in stand houden van een fonds ter ondersteuning van het organiseren van Go activiteiten in Europa;
e. de exploitatie zonder winstoogmerk van één of meerdere ruimten ten behoeve van het beoefenen van het Go spel op Europees niveau in het algemeen en voorts de ontplooiing van sociale en culturele activiteiten en overige denksportactiviteiten, één en ander in de ruimste zin van het woord.

2. Zij tracht haar doel te bereiken door:
a. de exploitatie van het gebouw waarin het Europees Go Cultureel Centrum is gevestigd;
b. het organiseren van Go activiteiten in het Europees Go Centrum en elders in Europa en al hetgeen in de ruimste zin daarmede verband houdt.

VERMOGEN

Artikel 3.

Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:
– subsidies en donaties;
– hetgeen de stichting door erfstelling, legaat, schenking of op enigerlei andere wijze verkrijgt.
– hetgeen de stichting door exploitatie van het aan haar ter beschikking gestelde gebouw verkrijgt.

BESTUUR

Artikel 4.

1. De stichting wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit tenminste vijf leden.
2. Wanneer in het bestuur een vacature is ontstaan zal daarin door de overblijvende bestuursleden in de eerstvolgende vergadering binnen drie maanden worden voorzien met inachtneming van het hierna in lid 3 bepaalde.
3. Voor de benoeming van een bestuurslid dient het bestuur voorafgaande goedkeuring te verkrijgen van de Raad van Toezicht. Indien het bestuur niet binnen één maand na schriftelijke opgave van het aspirant bestuurslid van de Raad van Toezicht bericht ter zake heeft ontvangen wordt de goedkeuring geacht te zijn verkregen en treedt het betreffende bestuurslid in functie.
4. De leden van het bestuur kunnen worden herbenoemd.
5. De bestuursleden treden af volgens een door het bestuur opgemaakt rooster van aftreden met inachtneming van een zittingsduur van ten hoogste vier jaar; in tussentijdse vacatures benoemde bestuursleden nemen op het rooster van aftreden de plaats in van hun voorgangers.
6. Ingeval van vacatures blijven de overige bestuursleden een wettig bestuur vormen.
7. De leden van het bestuur hebben recht op vergoeding van naar redelijkheid in verband met hun functie gemaakte kosten. Overigens ontvangen de bestuursleden als zodanig geen enkele beloning.

Artikel 5.

1. Het bestuur kiest uit zijn midden de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.
2. Het bestuur kan bevoegdheden delegeren aan een beheerder van het gebouw van de Stichting. Deze delegatie wordt in een schriftelijke volmacht vastgelegd.

Artikel 6.

Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door aftreden, overlijden, door verklaring in staat van faillissement, door aanvraag van surséance van betaling, door ondercuratele stelling, alsmede door ontslag door de rechtbank.

Artikel 7.

1. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt, mits het besluit daartoe wordt genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of door een schriftelijk gevolmachtigde vertegenwoordigd zijn.

Artikel 8.

De voorzitter en de secretaris van het bestuur zijn belast met de uitvoering van de besluiten van het bestuur. Zij vertegenwoordigen gezamenlijk de stichting in en buiten rechte. Ingeval van ontstentenis of belet van de voorzitter of de secretaris wordt de stichting vertegenwoordigd door de voorzitter casu quo de secretaris en een ander lid van het bestuur. Bij ontstentenis of belet van zowel de voorzitter als de secretaris wordt de stichting vertegenwoordigd door twee andere bestuursleden of, indien slechts een ander bestuurslid in functie is, door dit bestuurslid.

BESTUURSVERGADERINGEN.

Artikel 9.

1. Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of degene die hem als zodanig vervangt, ofwel tenminste twee bestuursleden dit gewenst acht(en).
2. De secretaris roept op tot de vergaderingen. Hij maakt van het ter vergadering verhandelde en beslotene notulen op, die door hem en de voorzitter worden ondertekend. Fungeert de secretaris als voorzitter dan geschiedt het notuleren door de penningmeester. Ieder lid van het bestuur heeft recht op een door de secretaris uit te reiken en door hem te ondertekenen kopie van de notulen.
3. De leden van het bestuur zijn bevoegd zich door een schriftelijk gevolmachtigde ter vergadering te doen vertegenwoordigen.

Artikel 10

1. Het bestuur is bevoegd zowel in als buiten vergadering besluiten te nemen. In het laatste geval is daartoe vereist dat alle bestuursleden hun stem schriftelijk uitbrengen.

2. Tenzij in deze statuten anders wordt bepaald, worden besluiten genomen met volstrekte meerderheid van stemmen.

3. De stemmingen geschieden mondeling, tenzij een bestuurslid schriftelijk stemming verlangt. Stemming bij acclamatie is geoorloofd indien geen der bestuursleden zich daartegen verzet.
4. Mocht bij stemming over personen bij eerste stemming geen meerderheid worden verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaatshebben. Indien ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd. Staken bij een tussenstemming of een herstemming de stemmen, dan beslist het lot.
5. Indien een voorstel zaken betreft, wordt het bij staking van stemmen als verworpen beschouwd.

ADVISEURS.

Artikel 11.

Het bestuur kan besluiten adviseurs uit de leden van de Raad van Toezicht en eventuele andere adviseurs daarbuiten te benoemen die dezelfde rechten hebben als bestuursleden, uitgezonderd stemrecht. Indien een beheerder is benoemd neemt deze deel aan de vergaderingen van het bestuur.

RAAD VAN TOEZICHT.

Artikel 12.

1. Het Toezicht op de stichting wordt uitgeoefend door een raad van toezicht, die het bestuur van advies dient indien deze raad zulks nodig oordeelt.
2. De raad van toezicht is samengesteld uit minimaal vijf en maximaal zeven leden, waarvan er maximaal twee namens de Europese Go Federatie, maximaal drie namens de nationale Go bonden in Europa, waarvan twee volgens een door de Europese Go Federatie op te stellen benoemingssysteem en ��n namens de Nederlandse Go bond, ��n namens de Japanse Kamer van Koophandel en Industrie te Amsterdam en ��n namens de Japanse Ambassade.
3. In gevallen, waarin het bestuur der stichting een naar aanleiding van een bepaald onderwerp gerezen geschil ter beoordeling voorlegt aan de raad van toezicht, treedt deze raad op als een College van Bindend Adviseurs, een en ander nader te regelen in het huishoudelijk reglement.
4. De uitspraak van de raad van Toezicht, als bedoeld in lid 3 van dit artikel is bindend voor het bestuur.
5. De Raad van Toezicht vergadert tenminste eenmaal per jaar op nader door haar vast te stellen wijze.

Artikel 13.

De Raad van Toezicht heeft tot taak:
1. Toezicht op de naleving van het doel der stichting.
2. Beheren van het in het leven te roepen fonds als bedoeld in artikel 2.
3. Beoordeling van door het bestuur benoemde bestuursleden.
4. Beoordeling van de door het bestuur voorgenomen statuten wijzigingen.
5. De raad van toezicht is bevoegd een bestuurslid uit zijn functie te ontheffen, indien de verdere functievervulling van betrokkene niet in het belang van de stichting wordt geacht. Ontheffing van een bestuurslid kan niet geschieden dan nadat het bestuur en de betrokkene over de voorgenomen ontheffing zijn gehoord.

Artikel 14.

Boekjaar en jaarstukken.
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het ge�indigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken, vergezeld van een rapport van een registeraccountant of van een accountant-administratieconsulent, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan het bestuur worden aangeboden.
3. De jaarstukken werden door het bestuur vastgesteld.
4. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoel de bescheiden tenminste tien jaar te bewaren.

REGLEMENT

Artikel 15.

1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld welke niet in de statuten zijn vervat.
2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 16 lid 1 van toepassing.

STATUTENWIJZIGING.

Artikel 16.

1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. Het besluit daartoe zal slechts kunnen werden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of door een schriftelijk gevolmachtigde vertegenwoordigd zijn. Voor de statutenwijziging dient het bestuur voorafgaande goedkeuring te verkrijgen van de Raad van Toezicht. Indien het bestuur niet binnen een maand na schriftelijke opgave van de voorgestelde statutenwijziging van de Raad van Toezicht bericht ter zake heeft ontvangen wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.
2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notari�le akte tot stand komen. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het openbaar stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam.

ONTBINDING.

Artikel 17.

1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is toepasselijk hetgeen in artikel 16 van deze statuten is bepaald aangaande een besluit tot wijziging van de statuten.
2. De stichting wordt bovendien ontbonden:
– door insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
– door rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.

VEREFFENING.

Artikel 18.

1. De vereffening geschiedt door het bestuur.
2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan, indien en voorzover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is.
3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.
4. Het bestuur bepaalt welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven. bezittingen. van de stichting zal worden gegeven, met dien verstande dat het saldo moet werden bestemd veer een doel hetwelk het doel van de stichting zoveel mogelijk nabij komt.

SLOTBEPALINGEN.

Artikel 19.

In alle gevallen waarin door de statuten van. de stichting niet is voorzien, beslist het bestuur.

ABOUT US
CONTACT ABOUT US
SOCIAL
facebook twitter
NEWS
NEWS ARCHIVE
MANAGEMENT
Login